Gluten

Glutenovergevoeligheid is een veel voorkomende darmziekte. We noemen deze ziekte coeliakie. Het is géén allergische aandoening. In Nederland zijn 16.000 mensen met de diagnose coeliakie. Waarschijnlijk zijn er nog veel meer mensen met coeliakie, naar schatting ongeveer 160.000 mensen. De klachten worden namelijk niet altijd herkend.

Glutenovergevoeligheid

Overgevoeligheid voor gluten (coeliakie) is eigenlijk geen allergie. Coeliakie is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat het lichaam antistoffen maakt tegen zijn eigen weefsels. Dat gebeurt met T-cellen en niet met IgE, zoals bij tarwe-allergie. Door de reactie van het lichaam op gluten verdwijnen bij coeliakie de darmvlokken. Hierdoor kunnen voedingsstoffen veel minder goed worden opgenomen.

Kijk ook op: www.glutenvrij.nl>

De klachten bij coeliakie kunnen erg verschillen. Baby’s krijgen vanaf ongeveer 7 maanden voor het eerst granen te eten. Sommige baby’s krijgen klachten als een opgezette buik, weinig eetlust, overgeven en diarree. Ze blijven achter in groei en huilen vaak. Ook kunnen zij een vettige, stinkende, schuimende ontlasting hebben. De klachten bij volwassenen zijn vaak milder.

Bij coeliakie raakt de darmwand beschadigd. De klachten die kunnen ontstaan zijn:

•    aanhoudende diarree
•    stinkende, vettige ontlasting
•    een opgezette buik 
•    buikpijn;
•    overgeven; 
•    minder eetlust 
•    soms juist verstopping. 

Als de klachten langer duren kan de darmwand ernstig beschadigd raken. Dit geeft problemen voor de opname van voedingsstoffen. Dit kan leiden tot:

•    gewichtsverlies, ondergewicht 
•    te weinig lengtegroei
•    te late pubertijd
•    onvruchtbaarheid
•    bloedarmoede
•    vermoeidheid 
•    depressiviteit, veel huilen 
•    humeurigheid 
•    ziek voelen 
•    botontkalking

Coeliakie is geen allergie, maar een overgevoeligheid voor gluten. Er zijn daarom geen kruisreacties aanwezig.

Diagnose

Met bloedonderzoek kan soms de diagnose worden gesteld. Mensen met ernstige coeliakie hebben namelijk coeliakie-antistoffen. Maar bij minder ernstige vormen zijn deze antistoffen niet altijd aantoonbaar. Bloedonderzoek geeft dus geen absolute zekerheid.

Een meer ingrijpend onderzoek is gastroscopie: via een flexibele slang door de mond, slokdarm en maag kijkt een specialist in je dunne darm. Hij kan een stukje weefsel uitnemen voor onderzoek. Onder de microscoop kan daarna worden bekeken of je darmvlokken beschadigd zijn.

Stoffen in gluten

  • Alpha gliadins
  • Alpha-amylase inhibitor 0.53
  • CM3
  • Lipid Transfer Protein LTP1
  • Tri a 19

In het kort

•    Iedere hoeveelheid gluten kan klachten veroorzaken, dus ook een klein beetje
•    Lees nauwkeurig alle etiketten van de ingrediënten voordat u een gerecht bereidt
•    Kijk of het symbool van de Nederlandse Coeliakie Vereniging op het etiket staat! Zo niet, dan kan het product met gluten verontreinigd zijn
•    Kookt u voor iemand met voedselallergie? Overleg bij twijfel altijd eerst!
•    Controleer of alle werkmateriaal goed is gereinigd
•    Zorg dat bij de bereiding en het serveren geen kruisbesmetting optreedt! Als een gerecht in contact komt met gluten, kunt u het niet meer aan de allergische gast geven 

Wat moet ik doen?

Aanduidingen op etiket voor gluten

De volgende aanduidingen op het etiket kunnen wijzen op de aanwezigheid van gluten:

  • Atta
  • Bètaglucaan-vezel
  • Bloem
  • Durum tarwe
  • Eiwithydrolysaat
  • Emmer (tarwe)
  • Gerst/ gort
  • Glucosestroop
  • Gluten
  • Haver(meel)
  • Kamut
  • Mout(stroop)
  • Plantaardig eiwit
  • Rogge
  • Spelt
  • Tarwe
  • Triticale
  • Triticum
  • (Voedings)vezel
  • Zemelen
  • Zetmeel (gemodificeerd)

Bron:AllergenenConsultancy

Voedingsmiddelen met gluten

Naam: Gluten in granen, tarwe, gerst, rogge, haver, spelt en kamut.
Voedingsmiddelen die gluten kunnen bevatten:

  • Bakpoeder
  • Bami
  • Bakmixen
  • Bier
  • Borrelnootjes
  • Bouillon (-blokjes)
  • Brood/ broodjes/ beschuit
  • Bulgur
  • Chips
  • Chocolade/ bonbons
  • Chocoladepasta/ hazelnootpasta
  • Couscous
  • Crackers/ toast
  • Croutons
  • Deegwaren   
  • Desserts
  • Dressing
  • Drop/ winegums
  • Gehaktballen/ hamburgers
  • Gepaneerde producten
  • Granenkoffie
  • Griesmeel
  • Grutten
  • Hagelslag
  • Havermout
  • IJs
  • Jus(poeder)
  • Kant en klare maaltijden
  • Ketchup
  • Knäckebröd   
  • Koek/ cake/ gebak
  • Kokosbrood
  • Korenwijn
  • Kruidenmixen/ seasonings
  • Likeuren (niet heldere)
  • Matzes
  • Mayonaise/ fritessaus
  • Meel en bloem
  • Muesli/ ontbijtgranen
  • Ontbijtkoek
  • Pasta
  • Paneermeel
  • Pannenkoeken/ poffertjes
  • Paté
  • Piccalilly
  • Pindakaas
  • Pizza
  • Poeders/ droge producten
  • Repen (energie/ granen)
  • Sauzen (gebonden)
  • Seitan
  • Semolina
  • Snacks
  • Snoep
  • Soep
  • Sojasaus, shoyu, tamari
  • Sportdranken
  • Vegetarische vleesvervangers
  • Vermicelli
  • Visproducten (bewerkt)
  • Vla/ pap
  • Vleesproducten (bewerkt)
  • Wafels/ ijshoorntjes
  • Wijn
  • Worst
  • Zoutjes

Non-food
Shampoos, cosmetica-artikelen, medicijnen en vitaminepreparaten kunnen tarwe/gluten bevatten. Ook huisdierenvoer kan tarwe als ingrediënt hebben.

Bron:  AllergenenConsultancy

Nog meer weten over coeliakie?

Glutenintolerantie (coeliakie of inheemse spruw)
Glutenovergevoeligheid of -intolerantie (coeliakie) is een veel voorkomende, maar vaak niet gediagnosticeerde darmziekte. Voedselallergie tegen tarwe is een afweerreactie, waarbij antistoffen tegen bepaalde eiwitten in de tarwe worden gevormd. Coeliakie verloopt niet volgens deze reactie, maar wordt beschouwd als een auto-immuunziekte. Mensen met deze overgevoeligheid ontwikkelen ernstige darmstoornissen, na het eten van tarwe, gerst , rogge, haver*, spelt en kamut. Men schat dat 1 op de 100 tot 300 mensen in de westerse wereld last heeft van glutenintolerantie. In Nederland zou het gaan om ongeveer 85.000 mensen. Toch zijn er maar 14.000 gevallen bekend. Patiënten met flinke buikpijnklachten worden vaak niet serieus genomen door veel artsen. Te vaak worden stress of depressieklachten als oorzaak aangegeven.  Daarom moet iemand die erg vaak buikklachten heeft een arts raadplegen en vragen om bloedonderzoek. Een bevestiging door middel van een stukje weefsel uit de dunne darm blijft noodzakelijk. Een gediagnosticeerde coeliakiepatiënt moet levenslang een glutenvrij dieet volgen.

Dermatitis Herpetiformis (ook wel ziekte van Dühring genoemd) is een aan coeliakie verwante aandoening. Het uit zich als een chronisch jeukende huid. Deze ziekte ontstaat door een overgevoeligheid voor gluten. Niet iedereen met coeliakie heeft hier last van. Omgekeerd geldt dat bijna iedereen met Dermatitis Herpetiformis afwijkingen aan het darmslijmvlies heeft zoals bij coeliakie, maar in minder ernstige mate. Naast medicijnen bestaat de behandeling uit het volgen van een glutenvrij dieet.

Wat zijn gluten?
Gluten is een graaneiwit. Het graanplantje heeft deze nodig als voedsel. Gluten bestaat voornamelijk uit de aminozuren proline en glutamine. In een tarwekorrel kunnen 25 tot 100 verschillende gluteneiwitten zitten. Eiwitten bestaan uit aminozuurketens, die variëren in lengte en samenstelling. De gluten uit tarwe zorgt voor een elastisch netwerk waardoor de door de gist gevormde gasbelletjes vastgehouden worden. Het deeg rijst en geeft bij bakken een luchtig eindproduct. Behalve gluten in tarwe zijn er ook vergelijkbare eiwitten in rogge en gerst. Voor gerst zijn dat de hordeïnen, voor rogge de secalinen. Ook deze kunnen glutenintolerantie (coeliakie) veroorzaken. Het is niet bekend of het ene gluteneiwit meer of minder goed wordt verdragen dan het andere.

Klachten
In de darm van coeliakiepatiënten is de voedselopname gestoord. Onder de microscoop is te zien dat de binnenzijde van een normale dunne darm (het eerste gedeelte, het jejunum) voorzien is van zgn. darmvlokken (villi). Bij gezonde mensen zijn deze vlokken goed ontwikkeld en zorgen voor een groot oppervlak, vergelijkbaar met het oppervlak van een voetbalveld, dat beschikbaar is voor absorptie van voedingsstoffen. Bij coeliakie patiënten zijn de darmvlokken verdwenen en is het oppervlak gereduceerd tot een A4-tje. De voedselmassa glijdt snel voorbij en voedingsstoffen worden onvoldoende opgenomen. Er ontstaat vaak een slecht verteerde, vettige en volumineuze ontlasting. Ook afwisselend diaree en verstopping komen voor.
Bij peuters wordt men wel eens op het verkeerde been gezet. Door ondervoeding ontstaat juist een dikke buik, waardoor het kindje er 'goed' doorvoed uitziet. Vaak is het humeur en allerlei lichamelijke klachten een reden naar de arts te gaan. Op termijn dreigt groeiachterstand, skeletmisvormingen door vitamine D-tekort, bloedarmoede en botontkalking.

Ook op volwassen leeftijd kan alsnog glutenintolerantie ontstaan. Chronische vermoeidheid, buikpijn, diarree en botontkalking zijn veel gehoorde klachten. Het risico op onvruchtbaarheid en miskramen is verhoogd.
De ernst van bovengenoemde klachten verschilt van persoon tot persoon, maar mensen met coeliakie hoeven niet altijd (deze) klachten te hebben. Dit wil overigens niet zeggen dat coeliakie geen nadelige gevolgen voor de gezondheid heeft.

Recente onderzoeken hebben aangetoond dat het risico op het ontwikkelen van verschillende vormen van kanker (non-Hodgkin-lymfoom, slokdarm -, keel- en dunne-darmkanker) bij patiënten met coeliakie lager is dan voorheen werd gerapporteerd. Kanker is de minst frequente complicatie van coeliakie.

Gecombineerde aandoeningen
Bij mensen met coeliakie kunnen bepaalde aandoeningen vaker optreden. Doordat het darmslijmvlies is aangedaan kunnen sommige mensen niet tegen lactose (=melksuiker). Een (tijdelijk) lactosebeperkt dieet wordt dan aangeraden. Ook komt bij deze groep patiënten diabetes mellitus type 1 (insulineafhankelijke suikerziekte) vaker voor dan bij de rest van de bevolking, evenals bepaalde schildklierafwijkingen (een te snelle werking van de schildklier). Mensen met het syndroom van Down hebben tevens een verhoogde kans op coeliakie.

Onderzoek
Om de diagnose definitief te kunnen stellen, moet een stukje weefsel uit de dunne darm worden weggenomen (dunne darm-biopsie). De specialist neemt via een endoscoop een klein hapje weefsel, een biopt uit de dunne darm. Onder een microscoop is goed te zien of darmvlokken ontbreken of zijn aangetast.. Het nemen van een biopt wordt meestal voorafgegaan door uitvoerig bloedonderzoek waarbij de laatste tijd vooral gekeken wordt naar verhoogde IgA-antilichamen tegen endomysium (EmA) en weefseltransglutaminase (tTG), een enzym dat betrokken is bij coeliakie.
De laatste paar jaar gaat het onderzoek naar het ontstaan van glutenovergevoeiligheid zeer snel.
Het is nu duidelijk dat een groot aantal eiwitbrokstukjes uit voedingsgranen een afweerreactie van T-cellen op gang brengt. De aanleg hiervoor is erfelijk bepaald.

De rol van HLA- moleculen
Nu volgt een heel wetenschappelijk stukje, voor de scheikundige geïnteresseerden.
HLA- moleculen zijn eiwitten die voorkomen op de buitenzijde van alle lichaamscellen. Ze bevinden zich speciaal op de buitenkant van een bepaald type afweercel, de antigeenpresenterende witte bloedcellen. HLA-moleculen pikken overal in het lichaam brokstukjes van eiwitten op. Deze brokstukjes zijn meestal afkomstig van de tienduizenden verschillende eiwitten uit het eigen lichaam. Patrouillerende afweercellen beoordelen of deze eiwitstukjes lichaamseigen of lichaamsvreemd zijn. Zodra een cel een lichaamsvreemd eiwit herkent, bijvoorbeeld van een virus, dan komt het afweersysteem in actie. Ook in de darm komen eiwitbrokjes uit de voeding terecht van ongeveer 10 tot 50 aminozuren lang. In de dikke darm weten bacteriën hier wel raad mee, maar in de dunne darm kunnen er afweerreacties ontstaan, die de werking van de dunne darm ernstig aantasten. Bij een bepaalde drempelwaarde komt een afweerreactie opgang. Deze wordt weer grotendeels bepaald door de HLA- set van de patiënt. Het belangrijkste is HLA-DQ2, dat voorkomt bij meer dan 95% van de glutenallergie (coeliakie)-patiënten. Bij de overigen wordt meestal HLA-DQ8 gevonden. Zelfs 30% van de Nederlandse bevolking is drager van het HLA-DQ2 gen. Maar niet iedereen met HLA-DQ2 en/ of DQ8 ontwikkelt coeliakie. Het al eerder genoemde enzym transglutaminase blijkt hierbij een rol te spelen. Leidse onderzoekers uit de groep van Prof. Frits Koning hebben ongeveer 50 eiwitbrokstukjes gevonden in gluten, hordeïnen en secalinen, die door dit enzym op HLA-DQ2 passen en een afweerreactie van T-cellen op gang brengen. Men zoekt nu naar het antwoord waarom zoveel mensen die ook HLA-DQ2 drager zijn, niet ziek worden. Waarschijnlijk spelen de bacteriën in de darm en daarnaast bepaalde genen een rol.

Behandelingsmogelijkheden
Coeliakie is een ziekte die goed te behandelen is door het levenslang volgen van een strikt glutenvrij dieet. Zelfs een kruimel gluten kan bij een aantal mensen klachten geven. Het dieet verbetert de klachten en dunne darmbeschadigingen. Tevens beschermt het de patiënt tegen het ontstaan van complicaties op de lange termijn.

Verborgen gluten
Het vermijden van tarwe, haver, rogge, gerst, spelt en kamut lijkt vrij eenvoudig. Toch zijn er veel 'verborgen' bronnen van gluten. Er kan gluten voorkomen in cornflakes, bepaalde vleeswaren, dropjes, bouillonblokjes, soja, ketchup, ketjap, mayonaise, slasauzen, ijssoorten en kant-en-klaargerechten. Door onbedoelde vermenging (contaminatie) met glutenbevattende granen tijdens opslag, productie, verpakking en distributie kan een product toch gluten bevatten, terwijl dat niet uit de ingrediëntendeclaratie blijkt. Dit kan vooral gebeuren als verschillende producten over dezelfde productielijnen gaan.
Cosmetische producten bevatten hoogstzelden gluten (zie voor meer informatie www.ncv-cosmetica.nl). Lijm en knutselmateriaal daarentegen wel. Ook kunnen sommige medicijnen gluten en tarwezetmeel bevatten (zie voor meer informatie: www.cbg-med.nl).

Coeliakie in de toekomst
Nu er zoveel ontdekt is over het ziektemechanisme komen voor het eerst nieuwe behandelingsmethoden in zicht. Op dit moment lopen o.a. de volgende onderzoeken:

  • Uit een bacterie is een eiwitsplitsend enzym gehaald die het gevonden eiwit kan splitsen. Verwerkt in een pil, zou deze patiënten kunnen helpen. Toch zien niet alle wetenschappers dit als een mogelijke oplossing. In een boterham zit al 2 gram gluten, maar een dosis van een miljoen maal minder kan al de ziekte veroorzaken. Je moet dus wel een heel erg grondig werkend enzym maken. Het is de vraag of in de hele serie van schadelijke eiwitten, deze op tijd kunnen worden uitgeschakeld. Men verwacht zeker nog 7 tot 10 jaren nodig te hebben. Informatie kunt u vinden op de website van de onderzoekers: www.celiac-disease-consortium.nl
  • Het ontwikkelen van een medicijn met een HLA-DQ2 blokkerend molecuul. Leidse onderzoekers hebben een prototype ontdekt.
  • Een goede en snelle test voor de diagnose van de ziekte. Screening op aanleg is mogelijk via het hielprikje, kort na de geboorte van de baby. Bij kinderen met aanleg voor glutenallergie, zouden granen zeer geleidelijk aan het dieet moeten worden toegevoegd. Zo kan het afweersysteem een tolerantie opbouwen en wordt glutenallergie (coeliakie) misschien voorkomen. 
  • Medewerkers van de Wageningen Universiteit en Research Centrum proberen een tarwe te ontwikkelen met maar heel weinig toxisch gluten. Er is bijvoorbeeld weinig verschil tussen de eiwitten in haver en eiwitten in granen die niet verdragen worden, maar haver bevat aanzienlijk minder prolamine dan de andere granen en dit prolamine is bovendien minder toxisch . Sommige mensen met coeliakie zijn echter wel gevoelig voor haver. Onderzoekers willen in een honderdtal graanvariëteiten de glutengenen onderzoeken om door middel van traditionele selectie of door genetische modificatie een minder toxisch ras te ontwikkelen. De crux is dat daarbij echter ook de functionele eigenschappen van gluten (de bakeigenschappen) bewaard moeten blijven.

* Haver is een 'borderline' graan: het wordt door de meeste, maar niet alle coeliakiepatiënten goed verdragen. Toch wordt in Nederland het eten van haver ontraden omdat het vaak besmet is met tarwe, rogge of gerst.

Bronnen:
Nederlandse Coeliakie vereniging (NCV)
Florence van Klinken, diëtist NCV
Frits Janssen, bestuurslid Internationale contacten (NCV)
Nederlandse Coeliac Disease Consortium
Cicero, LUMC 7 maart 2003
NRC Handelsblad 05-10-02